Blog

Gasprijzen door het dak: zitten we er in de winter nog warmpjes bij?

Eerder dit jaar zagen we al dat de gasprijzen uitzonderlijk hoog waren. Ze schommelden begin van de zomer rond de 25-27 €/MWh. Inmiddels breekt de gasprijs nagenoeg dagelijks nieuwe hoogterecords en staat deze dik boven de 70 €/MWh - op één extreem koude winterdag in 2018 na het hoogste niveau in de afgelopen 18 jaar wat betreft de dagprijs! Hoog tijd dus om opvolging te geven aan onze eerdere duiding van de gasmarkt.

In het voorjaar ontstond een ideale cocktail voor prijsstijgingen. Azië beleefde de koudste winter in 50 jaar, waardoor LNG-leveringen voornamelijk die kant op gingen. Nederland had dan wel geen recordwinter, maar het was toch redelijk fris - met de koudste aprilmaand sinds 1986. Ook aan de aanbodzijde was er krapte: zo kreeg de infrastructuur in Texas, dé gasstaat van Amerika, door extreme kou in februari een flinke klap. We verwachtten begin zomer dat het hoge prijspeil zou aanhouden, maar de huidige, exponentiële stijging is uitzonderlijk. Hoe kunnen we deze verklaren?

De dynamiek tussen vraag en aanbod

Om de prijsstijgingen te doorgronden, moeten we eerst stilstaan bij een belangrijke marktfactor dat de vraag- en aanbodsdynamiek beïnvloedt. Het principe is simpel: als de kosten van gasproductie hoger zijn dan de marktprijs dan gaat de kraan dicht, en vice versa. Dat gaat doorgaans stapsgewijs. Eerst worden LNG-leveringen omgeleid naar lucratievere bestemmingen. Vervolgens wordt de productie in landen zoals Algerije afgeschaald. Als laatste bouwen de grootste gasexporteurs aan Europa, Noorwegen en Rusland, hun levering af.

Deze marktwerking zag je precies terug in 2020, toen de gasvraag door de coronacrisis kelderde. Maar hoewel je nu het omgekeerde proces zou verwachten zien we, ondanks all-time prijsrecords, het aanbod maar niet toenemen. Voor Noorwegen is dit deels te verklaren door onderhoudswerkzaamheden, waarvan de meest recente zeker tot oktober kunnen duren. Rusland heeft daarentegen andere overwegingen.

Gas en politiek

De Nordstream 2-pijpleiding is al tijden een heikel politiek onderwerp. De VS probeert de aanleg te dwarsbomen om Russische invloed in te perken, maar ook in Europa klinkt kritiek. Oekraïne is bijvoorbeeld fel tegen deze nieuwe route: de bestaande gasroute doorkruist het land en door Nordstream 2 zal Kiev transitvergoedingen mislopen. Recent bemoeilijkte een Duits vonnis de zaak verder: vanwege anti-monopoliewetgeving mag Gazprom (eigenaar én leverancier van Nordstream 2) slechts de helft van de capaciteit zelf invullen. De rest moet worden geveild. Gazprom reageerde koeltjes, door te stellen dat de kraan dan maar half open zal worden gezet. En dit terwijl Europa juist snakt naar meer gasaanbod.

Nordstream 2 laat zien hoe de Nederlandse leveringszekerheid in het geding kan komen door politieke twistspraak. Rusland is hierdoor terughoudend om de productie op te voeren, waardoor landen als Nederland kampen met een krappe aanbodsituatie. Zelf kunnen we dit soort klappen minder goed opvangen: de Nederlandse gasproductie uit het Groningenveld bouwen we snel af, tot deze in 2022 volledig zal stoppen. Hierdoor worden we alsmaar afhankelijker van import.

Aanvullende LNG-leveringen blijven uit omdat Azië nog altijd bereid is een hogere prijs hiervoor te betalen. Noorwegen en Algerije exporteren al nagenoeg voluit, maar Rusland laat zich dus niet verleiden tot het verhogen van de export, ondanks de huidige prijspieken. Het is een teken dat pure marktwerking niet de enige bepalende factor op de gasmarkt hoeft te zijn; een ontwikkeling waar we in de toekomst meer rekening mee moeten houden.

Vraagvernietiging en de gasbuffers

Aangezien het aanbod niet voldoende reageert op de gasprijs, wordt overgegaan tot vraagreductie, ofwel ‘demand destruction’. Landen die nog kolencentrales hebben, vallen er op terug om energie te produceren - ondanks de torenhoge CO2-prijzen. Dat begon in Nederland al in juli zichtbaar te worden, toen de gasvraag 13% lager lag ten opzichte van het gemiddelde in 2017-2020. In augustus lag de gasvraag zelfs 30% lager.

Demand destruction is een mechanisme waarbij extreem hoge prijzen de gasvraag ontmoedigd, zodat er gas overblijft om de gasbergingen nog wat te kunnen vullen. Want die gasbergingen zijn vrij leeg. In Nederland zijn ze op het moment voor slechts 49% gevuld, waarmee we maar liefst 38% achterlopen op het vijfjaarsgemiddelde.

Als het vullingspercentage niet stijgt, kan het in de winter nog wel eens spannend worden qua gasprijs en mogelijk zelfs voor de leveringszekerheid. Nu is het nog te doen om de gasvraag met behulp van vraagvernietiging te drukken, maar wat als Nederland in de wintermaanden de verwarming wil opendraaien vanwege extreme kou?

De inkoopstrategie bijstellen?

De huidige situatie biedt niet bepaald aanleiding om op korte termijn lagere marktprijzen te verwachten. Voor de gasprijzen voor levering in 2023 en 2024 is het nog een ander verhaal, maar op een gegeven moment moet je toch een keuze maken om wel of niet vast te leggen voor de aanstaande winter en/of 2022, want deze gasprijzen blijven vooralsnog explosief stijgen.

Wie durft, kan ervoor kiezen om een deel van het benodigde volume op de dagmarkt te laten lopen. Je wacht daarmee de daadwerkelijke vraag/aanbod-situatie en de daarbij behorende prijzen af. Maar dat zal alleen lonen wanneer gasleveringen via Nordstream 2 eerder dan verwacht opstarten en dit niet ten koste gaat van andere aanvoerroutes. Daarnaast kan een zeer milde winter de gasvraag en prijs temperen. Dit is wel een extreem risicovolle aanpak en van veel onzekere factoren afhankelijk.

Al met al is de huidige situatie een argument dat risicospreiding loont. Een meerjarige, solide inkoopstrategie beschermt je organisatie tegen extreme marktprijsfluctuaties. Daar willen we je graag in ondersteunen. Wil je advies inwinnen over de best passende strategie voor jouw onderneming? Neem dan contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek!