Blog

Watt? Heb jij nog een gloeilamp?!

In veel huizen en kantoren branden nog gloeilampen. Die vreten elektriciteit. Welke soorten licht zijn tegenwoordig te koop en hoeveel stroom verbruiken ze?

Wat is licht? 

Simpel gezegd: licht is alle straling die we met het menselijk oog zien. Zonder die straling zouden we zelfs helemaal niets zien. De hoeveelheid licht drukken we uit in lumen. Niet schrikken, dit wordt geen technische les, maar die lumen zijn belangrijk. Bij energiebesparing gaat het namelijk om de hoeveelheid licht (=lumen) die een lamp uit elke watt energie kan persen. En daar komen de enorme verschillen vandaan. Ook op jouw energierekening. Dit zijn de soorten licht, van onzuinig naar zuinig:

Gloeilamp

Het elektrisch licht begon met de gloeilamp. Als je het lichtknopje aan zet, pers je een elektrische stroom door een draadje van een speciaal metaal (een draadje wolfraam) dat daardoor heel hard gaat gloeien. Zo hard, dat het licht geeft. Hartstikke mooi, maar:

  • Slechts 10% van de elektriciteit wordt licht, 90% warmte.
  • Elke watt stroom die je een gloeilamp in pompt levert ongeveer 10 lumen op.
  • De gemiddelde gloeilamp brandt ongeveer 1000 uren voordat hij kapot is.

Halogeen

Je hebt ze vast ook in je plafond of in je bedlampje: halogeenlampen. Ook dat zijn gloeilampen, maar dan met een bolletje gas eromheen. In dat gas zit een zogenaamde halogene stof. Deze constructie zorgt ervoor dat meer elektriciteit in licht wordt omgezet:

  • 2x zuiniger dan de oude gloeilamp: zo'n 20 lumen per watt.
  • De gemiddelde halogeenlamp brandt 2000 uren tot hij stuk gaat. 

Halogene gloeilampen zijn daarmee dubbel zo zuinig als de klassieke gloeilamp. Immers, voor dezelfde hoeveelheid licht (lumen) heb je maar de helft stroom (watt) nodig. Bovendien gaat een halogeenlamp twee keer zolang mee als de klassieke gloeilamp.

TL-buizen

Na de halogeenlamp kwam de tl-buis. Wie het woord tl in de mond neemt, gebruikt een Franse afkorting: tube luminescent. Dat betekent: lichtgevende buis. Ook wel: neon. Hier geen gloeiend draadje maar een gas met daarin een aantal fluorescerende stoffen. Als je het licht aan zet, steek je eigenlijk het gas aan (niet gevaarlijk). Tl is een stuk zuiniger dan gloeilampen:

  • De lichtopbrengst is rond de 90 lumen per watt.
  • De gemiddelde tl gaat 10.000 uren mee. Daarna doet hij het nog steeds een tijdje, maar wordt dan lelijk van kleur of gaat knipperen. 

Tl-buizen verbruiken dus 9x minder energie dan de klassieke gloeilamp en gaan 10x langer mee.

Spaarlampen

Een spaarlamp is een opgevouwen tl-buis die in een gewone fitting past. Er zijn veel typen spaarlampen, en de een is een stuk beter dan de ander. De cijfers voor stroomverbruik en levensduur zijn vergelijkbaar met die van ‘gewoon’ tl-licht, soms iets slechter.

LED

Na de draadjes en de gassen kwamen de diodes. Een Light Emitting Diode (LED) is een elektronisch dingetje op een printplaat dat 100% van de stroom in één bepaalde richting dwingt. Daarbij komt licht vrij, en veel ook. In aanschaf zijn ledlampen duurder dan ouderwetse lampen, maar dat verdien je vaak binnen een paar jaar terug:

  • Zeer zuinig: de meeste soorten LED halen boven de 100 lumen per watt en die cijfers groeien snel.
  • Zeer lange levensduur: minimaal 50.000 uur.

De ledlamp verbruikt in de praktijk maar de helft aan stroom, vergeleken met de tl-buis. Bovendien gaan ledlampen 5x zo lang mee als tl – en dus 50x langer dan de klassieke gloeilamp.

De meest verkochte lichtsoort

LED heeft lang een negatief imago gehad vanwege de ‘koude blauwe kleur’. Ook was LED vroeger slecht te dimmen. Beide problemen bestaan inmiddels niet meer. De cijfers van verbruik en levensduur zijn wel steeds gunstiger geworden. Het is dus niet verwonderlijk dat ledlicht sinds 2014 de meest verkochte soort licht is.