De nieuwe Energiewet
De afgelopen decennia is het energiesysteem ingrijpend veranderd door de energietransitie. Terwijl het systeem verder vergroent, blijven de veranderingen zich opstapelen. Het wettelijke kader stamt nog uit het ‘grijze’ verleden: de Elektriciteitswet van 1998 en de Gaswet van 2000. Inmiddels zijn Europese regels en richtlijnen geactualiseerd én is in Nederland een klimaatakkoord aangenomen. De afgelopen jaren is daarom hard gewerkt aan een nieuw wetsvoorstel voor een energiewet die past bij dit snel veranderende energielandschap. Wat is deze nieuwe “Energiewet”? Waarom is deze nodig? En wat zijn de veranderingen?
Wat is het doel van de nieuwe Energiewet?
De nieuwe Energiewet heeft als doel de energietransitie te versnellen door de Nederlandse wet- en regelgeving beter aan te laten sluiten op die van Europa, energie-afnemers te bewegen in actie te komen en deel te nemen aan de energietransitie en tegelijkertijd de consument daar beter in te beschermen. Dit gebeurt onder meer door de bestaande Elektriciteitswet en Gaswet samen te voegen, wat zorgt voor een eenduidig wettelijk kader voor regelgeving.
Inhoudsopgave
Die eenduidigheid is belangrijk, omdat verschillende vormen van energie niet los van elkaar staan in de energietransitie. Zo kunnen huishoudens en bedrijven zowel elektriciteit als groen gas of waterstof nodig hebben. Het is belangrijk dat deze energiedragers niet onderling met elkaar concurreren als gevolg van wet- en regelgeving, maar dat de keuze wordt gebaseerd op de specifieke situatie van huishoudens en bedrijven. De nieuwe Energiewet maakt dit mogelijk.
In de wet staan verder enkele generieke hoofddoelen omschreven die de nieuwe Energiewet moet helpen bereiken: een betaalbare en betrouwbare energievoorziening, en een CO2-arm en veilig energiesysteem dat past binnen het bredere ruimtelijke beleid.
De zes pijlers van de nieuwe Energiewet
De veranderingen die de nieuwe Energiewet introduceert, zijn verdeeld over een zestal pijlers.
1. Toekomstbestendigheid van het energiesysteem
Deze pijler omvat de integratie van gas (voor nu is dat aardgas en groen gas, later aangevuld met waterstof) en elektriciteit in één wettelijk kader, met duidelijke rollen en verantwoordelijkheden. De wetgeving moet worden verduidelijkt, met betere interne consistentie, en moet waar nodig worden geactualiseerd, gecorrigeerd en verduidelijkt. Ook wordt de wetgeving aangescherpt op basis van relevante Europese wetgeving. Om de toekomstbestendigheid verder te borgen, wordt verwezen naar bestaande wet- en regelgeving in plaats van regels te kopiëren uit bestaande wet- en regelgeving. Hierdoor worden toekomstige wetswijzigingen gemakkelijker te implementeren.
2. Datagedreven besluitvorming
Het doel van deze pijler is om de meetketen te verbeteren via digitalisering. Verder moet de Energiewet een goed kader bieden voor (veilige) data-uitwisseling, op basis van gestandaardiseerde processen en voorwaarden. Er wordt hiervoor een gegevensuitwisselingsentiteit geïntroduceerd, waaraan afnemers toestemming kunnen geven om hun energiedata te delen met andere partijen die daar om vragen.
3. Systemen op orde en ondersteunend aan de energietransitie
De bestaande netbeheerders worden hernoemd tot transmissiesysteembeheerders (TSB's) en distributiesysteembeheerders (DSB's), met uitgebreide taken om het tekort aan transportcapaciteit en netcongestie aan te pakken. Ze moeten meer transparantie bieden over de beschikbaarheid van transportcapaciteit en periodiek plannen opstellen voor noodzakelijke uitbreidings- en vervangingsinvesteringen.Daarnaast moeten TSB's en DSB's congestie- en systeembeheersdiensten inkopen via transparante, niet-discriminerende en marktgebaseerde procedures, zowel op korte termijn (directe afroep) als op lange termijn (voorwaardelijke contracten), om de stabiliteit en flexibiliteit van het elektriciteitssysteem te waarborgen.
4. Ruimte voor nieuwe marktinitiatieven
Eindafnemers kunnen ‘actieve afnemers’ worden. Dit houdt in dat ze niet alleen energie verbruiken, maar ook kunnen opwekken en verkopen.
De Energiewet maakt het ook mogelijk om energiegemeenschappen op te richten. Dit zijn groepen eindgebruikers (ook bedrijven) die samen energie opwekken en verdelen onder de leden. Dit gebeurt op vrijwillige basis en zonder winst te maken.
De wet introduceert het concept van aggregeren, waarbij veranderingen in elektriciteitsgebruik worden gecombineerd om weer te verkopen. Daarnaast wordt vraagrespons gestimuleerd door het energieverbruik aan te passen op basis van marktsignalen (denk aan prijsbewegingen en onbalanssituaties). Deze veranderingen helpen om pieken in het energieverbruik beter op te vangen en zorgen voor meer energieaanbod. Dit zou moeten bijdragen aan een betrouwbare en betaalbare energievoorziening.
5. Meer bescherming eindafnemers
In de nieuwe energiewet worden eindafnemers beter beschermd. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) krijgt de mogelijkheid om vergunningen in te trekken van leveranciers die op een ongewenste manier aan consumenten proberen te verkopen. Daarnaast kan de ACM een wervingsstop opleggen als de regels worden overtreden. Ook worden consumenten beter beschermd als hun energieleverancier failliet gaat. Verder worden bepaalde groepen afnemers, zoals micro-ondernemers, gelijkgesteld met het beschermingsniveau van consumenten én krijgen kwetsbare huishoudens aanvullende bescherming tegen afsluiting.
6. Toezicht
De ACM blijft de toezichthouder voor de Energiewet, met drie uitzonderingen: Staatstoezicht op de Mijnen blijft toezicht houden op de gasveiligheid, en de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur en de Autoriteit Persoonsgegevens houden toezicht op de gegevensbescherming en cyberveiligheid.
Door de uitgebreide en toekomstgerichte wijzigingen in de andere pijlers, moet de nieuwe Energiewet niet alleen de huidige uitdagingen aanpakken, maar ook een solide basis leggen voor een duurzame en veerkrachtige energievoorziening in de komende decennia. Hierdoor wordt het tevens makkelijker om Europese wet- en regelgeving te implementeren, bijvoorbeeld ter bevordering van de ingebruikname van waterstof, de herinrichting van de energiemarkten en de richtlijnen RED-III (Richtlijn Hernieuwbare Energie) en EED (Richtlijn Energie-Efficiëntie).
Wanneer gaat de nieuwe Energiewet in?
De nieuwe Energiewet is op dinsdag 10 december 2024 goedgekeurd door de Eerste Kamer. De invoering zal gefaseerd plaatsvinden. Sommige onderdelen treden direct na publicatie in de Staatscourant in werking, terwijl andere later volgen. Dit geeft bedrijven en organisaties voldoende tijd om zich goed voor te bereiden.
Naast de wet zelf werkt het ministerie van Klimaat en Groene Groei aan het Energiebesluit: een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) en drie ministeriële regelingen (MR). Deze regelingen zijn verdeeld in een algemene regeling, een regeling voor meten en een regeling voor data. Deze aanvullende regels vullen de wet aan met praktische details en worden in nauwe samenwerking met de sector ontwikkeld.
Omdat deze regelgeving nog een formeel traject moet doorlopen, worden de AMvB en de drie ministeriële regelingen als één geheel behandeld. Dit traject omvat goedkeuring door de ministerraad, advisering door de Raad van State en voorhang in zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer. Hierdoor is het op dit moment lastig te voorspellen wanneer de publicatie in de Staatscourant zal plaatsvinden en de wet van kracht wordt. Zoals het er nu uitziet, lijkt een gefaseerde invoering in de tweede helft van 2025 haalbaar.
Ondanks de onzekerheden rondom de exacte planning, is één ding zeker: de nieuwe Energiewet vormt een belangrijk fundament voor de energietransitie en een toekomstbestendig energiesysteem in Nederland.
Browserupdate aangeraden
Je browser wordt niet meer ondersteund. Gebruik Edge, Safari, FireFox of Chrome om Engie optimaal te kunnen gebruiken.
InternetExplorerWarning/SubTitle
- Chrome
- Firefox
- Safari
- Edge